Dinsdag 26 mei 2020
Ook voor medewerkers die in eerste instantie niet (zo) open staan voor coaching, kunnen een coachtraject én de inzet van de Werkenergieanalyse van enorm toegevoegde waarde zijn. Dat bewijst loopbaan-, team- en wandelcoach Noortje van den Elsen van NOOR breekt door!. Zij rondt binnenkort een coachtraject af met een technisch schrijver, die zich overprikkeld voelde. Zijn werkgeheugen zat snel vol en hij worstelde enorm met zijn energiebalans. Bovendien was hij al eerder overspannen geweest en wilde hij het dit keer niet zo ver laten komen. Van wat hij moest doen echter, had hij totaal geen idee. Zijn interim HR-manager bracht hem in contact met Noortje. “Ik dacht gelijk aan de inzet van de Werkenergieanalyse”, vertelt zij. “Immers worden hiermee de energiebalans en bijbehorende pijnpunten snel inzichtelijk gemaakt. De interim HR-manager leek dit ook een goed idee. Omdat de medewerker coaching erg spannend vond, hebben we hem de Werkenergieanalyse online laten invullen. Het idee was om in één gesprek de uitkomsten door te nemen en van daaruit verder te kijken. Maar het liep heel anders….”
Tijdens het coachgesprek – dat tevens een kennismaking was – gaf de medewerker aan niet precies te weten wat hij met de Werkenergieanalyse aan moest en wat het hem kon brengen. Daarom koos Noortje ervoor om elkaar eerst beter te leren kennen. “Hij begon zijn levensverhaal te vertellen en is niet meer opgehouden met praten”, vertelt ze. “Ik merkte dat dit verhaal zoveel naar boven bracht, dat ik hem niet wilde onderbreken en had al snel door dat er meer achter zijn verstoorde energiebalans zat dan we konden vermoeden. Er bleek het nodige te spelen in zijn karakteristieken (voelen, denken en doen). Bovendien waren er nog onverwerkte trauma’s uit het verleden. Het bespreken van de uitkomst van de Werkenergieanalyse was in dit stadium een brug te ver. In plaats daarvan heb ik voorgesteld om eerst een aantal coachsessies doen. Maar vooral heb ik hem uitgelegd wat me in zijn verhaal was opgevallen. Daarmee legde ik de vinger op de zere plek en dat was ook de reden voor hem om een traject aan te gaan. In overleg met zijn werkgever heb ik een volledig coachtraject aangeboden dat – na de intake – bestond uit vijf reguliere sessies en één evaluatiesessie.”
Belemmerende overtuigingen
De eerste sessie besteedde Noortje volledig aan de ‘Wie ben ik?’-vraag. “Ik doe veel aan wandelcoaching en tijdens de eerste sessie zijn we samen naar buiten gegaan om de ‘levensloop’ van de medewerker beter in beeld te krijgen. De natuur helpt mensen vaak om dichter bij hun gevoel te komen en om hun gedachten beter te omschrijven, als een visuele metafoor. In dit geval gebruikte de medewerker bijvoorbeeld de mist om aan te geven dat hij wel weet wat er speelt in zijn leven, maar dat hij angstig is om hier iets mee te doen. Omdat ook de wandeling veel los maakte, heb ik besloten om het laatste onderdeel van deze sessie – het doorlopen van verleden, heden en toekomst aan de hand van een aantal fotokaarten – te bewaren voor sessie 2.” Deze sessie werd vanwege het slechte weer binnen gehouden en was ook heel verhelderend. “We ontdekten dat de medewerker veel last had van belemmerende overtuigingen over zichzelf. Daar ben ik op doorgegaan, waarna we in sessie 3 hebben gefocust op de Rationeel Emotieve Training (RET) van Albert Ellis. Niet alleen om de irrationele gedachten van de medewerker nog helderder te krijgen, maar vooral om te kijken hoe we die gedachten konden bijsturen en ombuigen naar positieve (rationele) gedachten én effectief gedrag.”
Begin april stond sessie 4 gepland, die vanwege het coronavirus via Skype werd gehouden. “Dit leek me een goed moment om de Werkenergieanalyse erbij te pakken en de rapportage door te nemen”, aldus Noortje. “Het was de eerste keer dat ik dit online deed en dat is ontzettend goed bevallen. We hadden allebei het rapport voor ons liggen en ik kon hem ook delen op mijn scherm. Bovendien heb ik ervaren dat, ook wanneer je de Werkenergieanalyse pas later in een coachtraject inzet, het instrument nog enorm waardevol kan zijn. Tijdens het gesprek rinkelde het van de kwartjes die op hun plek vielen.”
Lage bevlogenheid
Met 20 punten had de medewerker bijvoorbeeld een hele lage bevlogenheid. Hij scoorde erg laag op zaken als toewijding, vitaliteit en betrokkenheid. “Tijdens ons gesprek kwam naar voren dat de medewerker veel behoefte had aan nieuwe dingen doen, terwijl hij niets nieuws omhanden had. Hij werd onvoldoende uitgedaagd in zijn functie en kwam daardoor ook werktechnisch niet goed uit de verf. Om ook de lage vitaliteitsscores te verklaren, hebben we de vitaliteitspiramide van Albert Sonnevelt doorgenomen, dat bestaat uit de lagen (1) zinvol leven, (2) ondersteunende relaties, (3) positief denken, (4) regelmatige herstelmomenten, (5) voldoende beweging en (6) optimale voeding. Onder andere de ondersteunende relaties en het positief denken bleken onder de maat te scoren.”
Lage invloed, maar ook lage stresscijfers
In het onderdeel energie- en stressbronnen scoorde de medewerker niet alleen lage invloedcijfers, maar ook lage stresscijfers. “Een combinatie die niet vaak voorkomt”, volgens Noortje. “De medewerker bleek sowieso niet snel stress te ervaren. Echter ervoer hij ook geen invloed. Hij had het gevoel dat zijn leidinggevende niet geheel transparant was. Maar in hoeverre was hij dat zelf? Maakte hij duidelijk wat hij wilde? En wat hem dwars zat? De medewerker kwam al snel tot het inzicht dat hier sprake was van actie-reactie en dat hij veel meer kon binnen zijn eigen invloedsfeer, dan hij in eerste instantie dacht. Dat hij veel meer zijn verantwoordelijkheid moest én kon nemen, in plaats van (te snel) in de slachtofferrol te kruipen. Op dit vlak heb ik hem nog even creatief geprikkeld, door de Cirkel van Acht erbij te pakken; een hulpmiddel waarmee je heel eenvoudig je eigen acties en gedrag kunt onderzoeken. Dat kwam wel binnen.”
Bore-out alarm
Uit het rapport bleek verder dat veel taken scoorden in het vlak van routine en verveling. “In combinatie met de lage bevlogenheid, lage invloed en lage stresscijfers een duidelijk bore-out alarm”, volgens Noortje. “Ook in het laatste deel van de Werkenergieanalyse kwam dit duidelijk naar voren. Zijn kerntaak – het schrijven van content/inhoud, waar hij 20 van de 36 uur per week aan besteedde – scoorde in routine en zelfs dichter bij verveling dan bij flow. En dat terwijl de taken waar hij wél energie van kreeg, maar 6 uur per week in beslag namen. Hoe kon de medewerker ervoor zorgen dat hij juist deze taken kon uitbreiden?”
Eyeopener
Ook de ontwikkelmogelijkheden scoorden laag. “Waar dit bij de meeste medewerkers voor stress zorgt, zag ik hier vooral een enorme gelatenheid”, aldus Noortje. “Een enorme eyeopener, want ineens konden we alles bij elkaar plaatsen. Tijdens de eerste sessie probeer ik altijd de centrale coachvraag helder te krijgen en hier een HKI (Hoe Kan Ik……) van te maken. In dit geval leidde dit tot de vraag: ‘Hoe kan ik beter bewust zijn van mijn mentale spankracht en wat daarin ondermijnend is? En hoe kan ik mijn energie weer in balans krijgen?’. Na sessie 4 had de medewerker zijn antwoord. De oorzaak was een combinatie van zijn persoonlijkheid, het niet (volledig) benutten van zijn eigen invloed én een gebrek aan uitdaging op de werkvloer.”
“Op basis van deze inzichten schrijft de medewerker op dit moment een persoonlijk prioriteitenplan, dat we in de komende en laatste sessie verder zullen bespreken. Maar nu al heeft het traject voor enorm veel inzicht gezorgd. De laatste sessie zal daarom vooral in het teken staan van (mogelijke) oplossingen: wat ga je meer en minder doen in je werk, zodat je minder energie verliest en meer energie krijgt? Welke zaken wil je met je leidinggevende bespreken? En welke vragen liggen nog open? Dan gaan we opnieuw naar buiten, om tijdens een wandeling zijn niveaus van verandering te doorlopen en ook deze laatste vraagstukken helder te krijgen.”