Startende jongere blijkt wel op haar plek te zitten
Ik vind mijn werk (nu al) niet meer leuk.
Kelly* is een 25-jarige vrouw die net gestart is in een nieuwe baan. Ze heeft na een voltooide HBO-opleiding een jaar werkervaring opgedaan via werkervaringsplaatsen en heeft sinds 2 maanden een baan in haar eigen vakgebied.
Te gek, zou je zeggen; ruim 13% van de autochtone jongeren is werkeloos (CBS, 2014) en zij heeft een baan, op het niveau waarop en in het vakgebied waarin ze afgestudeerd is. Maar Kelly is er niet blij mee; de advertentietekst was leuk, maar het werk valt in praktijk erg tegen. Ze is gaan twijfelen; past deze baan wel bij me? Heb ik wel de goede studie gedaan? Zal ik nog een andere studie starten, maar welke dan wel? En wat als dat dan ook tegen valt? Ze staat op het punt om haar baan op te zeggen…
Aha, daar zit de kneep
Het mooie van de Werkenergieanalyse is dat het invullen en bespreken ervan een algemeen gevoel van onrust of ontevredenheid opdeelt in kleinere partjes. En door die kleinere partjes wordt het probleem hanteerbaar en dienen zich mogelijke oplossingen (bijna) als vanzelf aan. Zo ook bij Kelly. De analyse geeft een negatieve energiebalans aan, ze besteedt maar liefst 72% van haar tijd aan energienemende taken. Echter, bij doorvragen blijken deze taken inwerktaken te zijn en niet de taken uit de functieomschrijving. Als ze eenmaal alle tijd zou besteden aan haar ‘echte’ taken, dan zou de energiebalans wel in orde zijn met veel energiegevende taken in haar dagelijkse werk. Verder heeft ze een lage score op “bevlogenheid”, wat opvallend is gezien het feit dat ze in een passende functie uit haar eigen vakgebied aan het werk is. Was dat vakgebied dan toch een verkeerde keuze? Nee, bij doorvragen blijkt dat haar toewijding en vitaliteit sterk te lijden hebben onder onduidelijkheid over de invulling van de functie en haar verantwoordelijkheden daarin; ze is aan het ‘zwemmen’. Heel verklaarbaar gezien het feit dat het een nieuwe functie betreft binnen het bedrijf, waar haar leidinggevende geen kaas van gegeten heeft en waar ze ook met collega’s niet over kan sparren.
En dan de acties
Met deze inzichten komt er als vanzelf uitzicht op concrete acties. Kelly neemt zich twee dingen voor. Ten eerste, om met haar leidinggevende te gaan praten over het versneld doorlopen van de inwerkperiode zodat haar energiebalans positiever zal worden en haar werkplezier gaat groeien. Ten tweede, om een sparringpartner te gaan zoeken buiten het bedrijf, zodat ze bij een expert te rade kan gaan bij vragen en problemen. Enne, bij nader inzien is ze eigenlijk wel blij dat er nog zoveel ruimte is om haar functie zelf in te vullen. Ze heeft daar best ideeën over; die zal ze met haar leidinggevende gaan bespreken. Zo concludeert ze zelf aan het eind van ons gesprek dat ze haar baan niet gaat opzeggen en op korte termijn zeker geen nieuwe studie zal starten. Blij en opgelucht gaat ze weg.
Stand van zaken na twee maanden
Een kort telefoongesprek na twee maanden leert me dat ons gesprek echt een keerpunt is geweest in een tijd van twijfel en onzekerheid. Kelly heeft haar voorgenomen acties uitgevoerd, en met succes. Haar leidinggevende erkende haar zoektocht naar een passende functie-invulling en steunde haar om er zelf vorm aan te geven. En bij toeval (of niet!) kwam ze al snel een geschikte sparringpartner tegen bij een bedrijf in de buurt, iemand met dezelfde functie maar meer werkervaring. Zo blijkt deze startende jongere toch wel op haar plek te zitten.
* Naam gefingeerd, leeftijd en geslacht niet.
Coach en auteur artikel: Dianne Commissaris
Ken jij als coach het ABC van het menselijk functioneren?
Alle mensen zijn anders. Toch zijn we allemaal mensen en dat brengt ook overeenkomsten met zich mee. Al in de jaren tachtig van de vorige eeuw zagen t..
Lees blog